Actueel

MVO in de landbouw begint bij groenzaad
Nieuws » 29 August 2018
Nederland heeft iets om trots op te zijn: het is wereldleider op het gebied van de ontwikkeling van zaden en speelt een belangrijke rol in de voedselproductie. Helaas gaat in de zaadproductie in India niet alles goed. Het rapport Soiled Seeds van de Landelijke Werkgroep India (LIW) dat in 2015 uitkwam, schetste het beeld van een vervuilde keten. Er is sprake van kinder- en dwangarbeid en slechte arbeidsomstandigheden. Via de cao Tuinzaadbedrijven is door sociale partners geld vrij gemaakt om de keten op te schonen. Een veelbelovend project van FNV en Mondiaal FNV dat nu fase twee ingaat.
Tekst: Astrid van Unen
De missie vond begin juli plaats: kaderleden, beleidsmedewerkers waaronder Wilma Roos, en FNV-bestuurder Agrarisch Groen Jeroen Brandenburg bezochten twee deelstaten in zuid-India: Telangana en Andhra Pradesh. Hier worden - net als in de grensdeelstaat Karnataka - groenzaden vermeerderd die afkomstig zijn van Nederlandse bedrijven. Ze spraken er met boeren en landarbeiders en vooral ook met mensen van de landbouwvakbond APVVU, al langer een partner van Mondiaal FNV, die het project leidt.
Aanleiding voor dit project was het explosieve rapport Soiled Seeds dat LIW in 2015 naar buiten bracht. Daarin werd duidelijk dat ruim 150.000 Indiase kinderen meewerken aan de productie van groenzaden van tomaten, hete peper en okra en dit aantal groeit. Ongeveer een derde van hen is jonger dan 14 jaar. Ze worden blootgesteld aan slechte arbeidsomstandigheden, waaronder giftige pesticiden en lange werkdagen. Ze verlaten meestal de school als ze tussen de 11 en 13 jaar zijn. Bij boeren die voor multinationale ondernemingen werken als East-West Seed (Nederlands), Limagrain (Frans), Sakata (Japans) en Advanta (Indiaas) is 10 tot 16% van de werkende kinderen onder de 14 jaar.
‘Ze willen graag transparant zijn’
Volgens het rapport spelen Nederlandse bedrijven als Rijk Zwaan, Enza Zaden, Nunhems/Bayer, Bejo Zaden en East-West Seed een belangrijke rol op de wereldmarkt voor groenzaden. Bij de eerste 4 samen gaat het om 26%. Alle 5 zijn actief in India.
“Ja, dat rapport kwam wel binnen”,
blikt FNV-bestuurder Jeroen Brandenburg terug. “Op 19 mei 2015 heeft Plantum, de werkgeversvereniging van zaadbedrijven, een themabijeenkomst Kinderbeid georganiseerd, waarbij LIW-directeur Gerard Oonk, vakbonden en partijen werden uitgenodigd. Nadien heeft Plantum samen met de zaadbedrijven een statement opgesteld, het ‘Plantum statement on the prevention of child labour’. Ze willen graag transparant zijn en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Dit rapport wierp een smet op hun bedrijfsvoering.”
Binnen de FNV werd een werkgroep opgericht en samen met Mondiaal FNV is gekeken naar de beste manier om de problemen aan te pakken. Uit de cao Tuinzaadbedrijven kwam 30.000 euro vrij voor dit project, waarbij de werkgevers en vakbonden op basis van 50/50 een bijdragen hebben geleverd voor dit project.
‘Heb je een telefoon?’
Het project bestond uit twee elementen: onderzoek ter plaatse, wat wil zeggen dat vakbondsleden van de APVVU 180 boeren en landarbeiders interviewden – in elk van de drie zuidelijke staten 2 dorpen - om duidelijk te krijgen waar de problemen liggen. En een uitwisseling tussen Nederlandse en Indiase vakbondskaderleden. Beide elementen kwamen tijdens de missie begin juli samen. “We kregen in die week de resultaten van het onderzoek te horen”, vertelt Brandenburg.
“Ze hebben pachtboeren, kleine boeren en landarbeiders een lange lijst aan vragen voorgelegd. Wat voor werk doe je, ben je boer, maar ook: heb je een telefoon? Wat verdien je? Heb je schulden?”
“Dit soort vragen zijn wel nodig”, legt Wilma Roos uit, “omdat bijvoorbeeld mensen die in de schuld raken, uiteindelijk in een situatie van dwangarbeid terecht kunnen komen. Dat gebeurt vaker in India.” Uit de enquête blijkt dat er veel geld geleend wordt. Landarbeiders doen dit om medische zorg te kunnen betalen. Het duurt heel lang voordat ze dat hebben afgelost. Pachtboeren en kleine boeren lenen geld om zaad te kunnen kopen. Als de oogst mislukt, zitten ze aan de grond. Onder hen komen nogal wat zelfmoorden voor.
Pijlen op seizoensmigratie
Kinderarbeid is uit de interviews niet gebleken, vertellen Brandenburg en Roos. “Maar dat zegt niet zo veel. Het kan ook zijn dat mensen daar niet open over durfden te praten. En dat tijdens het onderzoek de landarbeiders via sociale media vooraf zijn gewaarschuwd, zodat de kinderen uit het zicht werden gehaald. Daarom was de vraag: ‘Heb je een telefoon?’ zo relevant. Omdat veel landarbeiders met hun hele gezin van oogst naar oogst reizen, kunnen hun kinderen niet naar school en werken mee.”
Uit de gesprekken in één van de dorpen bleek van de 500 families in het dorp, 70 families hun kinderen niet naar school sturen, en 200 families af en toe. “Dan is het duidelijk dat er sprake is van kinderarbeid”, zegt Roos. Ze vertelt over het 100-dagen werkgelegenheidsprogramma van de overheid waarbij de vakbond met de lokale instanties heeft geregeld dat landarbeiders gegarandeerd zijn van minimaal 100 dagen werk op één plek zodat de kinderen naar school kunnen. “De APVVU richt zijn pijlen op de seizoensmigratie. Als die afneemt, gaan kinderen vaker naar school.”
Pesticiden mengen met de hand
Andere bevindingen: alle vrouwen die tijdens de gesprekken aanwezig waren zijn nooit naar school geweest en zijn analfabeet. Ook blijkt dat er een enorm verschil in lonen zit tussen mannen en vrouwen: zij verdienen vaak maar de helft van wat de mannen krijgen.
“Voorlichting over hun rechten is heel belangrijk”, zegt Roos. “Want er zijn veel misstanden in deze sector. Als ze bijvoorbeeld naar het ziekenhuis moeten, wordt dit van hun loon afgetrokken.”
Maar ook andere arbeidsomstandigheden zoals werktijden en veiligheid zijn slecht. Onderzoekers zagen bijvoorbeeld hoe landarbeiders pesticiden in een emmer met water mengen met de hand.
De uitwisselingen tussen kaderleden van FNV en APVVU maakte indruk. Een belangrijk element, vinden beide, want het gaat om de sociale dialoog die zij kunnen versterken door ervaringen uit te wisselen. Waar thema’s besproken worden als leefbaar loon, sociale zekerheid, gelijkheid tussen mannen en vrouwen en de strijd tegen kinderarbeid. Een volgende stap die gezet gaat worden is een verdiepend onderzoek naar de waardeketen, beginnend in Nederland, daarna in India. Onderzocht gaat worden om welke link er is tussen de zaadverdelende bedrijven in Nederland, en de zaadvemeerders in India . “Geïnterviewden wisten vaak niet waar hun zaden naartoe ging of van wie hun zaden afkomstig waren”, zegt Brandenburg. “Dat moeten we nu goed in kaart brengen.”
Misstanden in Nederlandse agrarische sector
Voor een convenant in het kader van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) vindt Brandenburg het nog te vroeg. “Er zijn nog zoveel misstanden in de Nederlandse sector. Veel arbeidsmigranten, Fiod-invallen, zware arbeidsomstandigheden, supermarkten in Europa spelen een dubieuze rol als het gaat om de prijsvorming van producten, waaronder vlees, groente & fruit en bloemen. We moeten eerst maar eens hier zaken gaan opschonen voordat bedrijven zich kunnen committeren aan een IMVO-convenant.”
Lees ook ‘Soiled Seeds’
Betere arbeidsvoorwaarden, Informeel werk, Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, Kinderarbeid, Onzeker werk / India, Nederland / Agrarisch
+ deel